‘Denk maar aan wat overal gebeurde, waar de koningen van Assur kwamen, zij versloegen iedereen die tegen hen opstond. Denkt u dat het u anders zal vergaan? Redden hun goden de steden Gozan, Haran, Rezef of de bewoners van Eden in Telassar? Nee, de Assyrische koningen versloegen hen vernietigend! En denk aan wat gebeurde met de koning van Hamath, de koning van Arpad en de koningen van de steden Sefarvaïm, Hena en Ivva.’ Onmiddellijk nadat koning Hizkia deze brief had gelezen, ging hij ermee naar de tempel en spreidde hem uit voor de Here en bad… Jesaja 37:11-15 (Het Boek)
Koning Sanherib van Assur had Jeruzalem al enige tijd belegerd. Koning Hizkia beleefde zware tijden onder deze grote dreiging. Koning Sanherib liet zijn boodschappers twijfel zaaien en intimideren. Maar God stuurde de profeet Jesaja en die voorspelde dat de Koning van Sanherib teruggeroepen zou worden naar zijn eigen land, omdat het daar aangevallen werd. En dat gebeurde ook! Een overwinning voor Hizkia, want Koning Sanherib moest zijn aanval op Jeruzalem staken.
De koning van Assur gaat niet weg zonder eerst een brief te schrijven, een dreigbrief, een ‘hate-mail’! Hij zegt: ‘dit is geen overwinning? Dit is niet God die jullie beschermt? Nee, dit is toeval en het is alleen maar uitstel van executie’. Hij trekt het wonder van God in twijfel en vervolgens zegt de vijand waar Hizkia wel aan moet denken; ‘Denk maar aan wat overal gebeurde waar wij kwamen! We vernietigde iedereen, dus jullie ook!’ Denk aan Gozan, Haran, Rezef, Eden, Hamath, Arpad, Sefarvaim, Hena en Ivva. Allemaal door ons verslagen! En dat zelfde gaat ook met jullie gebeuren Hizkia!
Strijd in je denken
De belegering vond plaats buiten de stad, maar de strijd speelde zich af in het denken van Hizkia. Nu Hizkia begon te geloven in de overwinning en begint te denken aan God’s trouw en macht, wil de vijand hem meteen laten denken aan onheil. De duivel wil jou niet laten denken aan God’s grootheid, zijn beloften en de wonderen die hij gedaan heeft, nee hij laat je denken aan je teleurstellingen, je falen, de onmogelijkheden en de realistische feiten. Zo kun je ook een blauwe enveloppe op je deur mat krijgen, en je schrikt van het bedrag dat je terug moet betalen. Of je krijgt een nare email van iemand met allerlei beschuldigingen. En dan is de vijand er als de kippen bij om jou te zeggen wat je moet denken! ‘Dit gaat gebeuren, dat gaat gebeuren, als dit, als dat!’
Wat deed Hizkia?
Hij ging de aanwezigheid van God in en spreidde de brief uit voor de Heer en ging bidden. Hij richtte zijn gedachten niet op de inhoud van de brief, maar op zijn God! Zo mag je een rekening die je niet kan betalen voor God uitspreiden. In plaats van te denken aan tekorten, denk je aan Gods voorziening. Een slechte beoordeling op je werk, een teruggekregen proefwerk met een dikke onvoldoende, een nare email, een onheilspellend krantenbericht! Leg het voor God neer. Laat de duivel niet dicteren wat je denkt! Zeg, ik dacht niet niet duivel! Ik denk niet wat jij wil dat ik denk, ik denk aan wat God zegt in zijn woord. En ik……
….Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn (Kollosenzen 3:2)