Als we ‘ja maar’ zeggen dan bedoelen we eigenlijk ‘nee omdat’. Het accent ligt op de twijfels en onmogelijkheden die volgen op de maar. Paulus gebruikt in zijn tweede brief aan de kerk in Korinthe ook het woordje ‘maar’, maar (is toevallig hoor, deze maar), gebruikt het woord in een hele positieve context! Ja, maar…..God!
Wij worden vervolgd, maar God laat ons niet in de steek. 2 Corinthiers 4:9 Het Boek
Maar God! Dat verandert de zin. Dat verandert het verhaal. Dat verandert alles! Paulus ontkent niet dat hij problemen heeft (en dat moeten wij ook niet doen). Maar Paulus laat hier zien hoe hij met de problemen omgaat. Hij focust zich niet op het probleem (de vervolging), maar op de God die hem niet in de steek laat!
En wij mogen hetzelfde doen. Niet focussen op tegenstand en problemen, maar focussen op de ‘maar God!’ Laat er een ‘maar’ in je verhaal komen. Niet een ‘maar’ van problemen en twijfel, maar een ‘maar’ van hoop en geloof!
Lees het hele gedeelte en zie dat Paulus vier keer een ‘maar’ in zijn verhaal zet:
Wij worden van alle kanten bestookt, maar zitten niet in het nauw. Wij krijgen veel moeilijkheden te verduren, maar worden niet wanhopig. Wij worden vervolgd, maar God laat ons niet in de steek. Wij worden neergeslagen, maar staan telkens weer op. 2 Corinthiers 4:8-9 Het boek
Laat je als christen dus niet ontmoedigen als er problemen op je pad komen. Focus niet op het eerste gedeelte van de zin, maar focus op wat komt na de ‘maar’.
‘Ik ben ontslagen, maar…..God zal voorzien in al mijn noden!’ Ik heb een sombere diagnose van de dokter gekregen, maar….. God is mijn geneesheer!’ Ik heb gefaald, maar….God is de God van genade waardoor ik op kan staan! Die persoon heeft mij pijn gedaan, maar…. God geeft me de kracht om te vergeven!